Klokbekercultuur.
Vanaf 4.400 jaar geleden dient zich een nieuwe cultuurperiode aan in het neoliticum. Deze nieuwe cultuur wordt de Klokbekercultuur genoemd, die tot ongeveer 3.800 jaar geleden zal duren. Net zoals de Trechterbekercultuur en de Standvoetbekercultuur wordt deze cultuur genoemd naar de specifieke vorm van het aardewerk. Een beker die op een omgekeerde klok lijkt is hier aanleiding geweest tot deze naamgeving. Onderzoekers menen dat de klokbekercultuur een voortzetting is van de enkelgraf en standvoetbekercultuur en dat invloeden van nieuwe instromende groepen veranderingen hebben meegebracht die hebben geleid tot een nieuw soort aardewerk, de klokbeker.
Twee klokbekers die in de zeventiger jaren zijn opgegraven in een nieuwbouwwijk in Roden. Ze kwamen in het bezit van amateur archeoloog Ger Holtrop uit Borger die tesamen met zijn collectie deze twee fraaie klokbekers in 2013 aan het Drenths museum schonk.Lang hebben wetenschappers gezocht naar de veranderingen en invloeden die hebben geleid tot andere gebruiken bij het nieuwe aardewerk maar de enige reden die men tot nu toe heeft bedacht dat er invloeden van handel in deze Neolithische periode zijn geweest die tot veranderingen heeft geleid. Als één van de mogelijkheden wordt genoemd de winning van zout. De klokbekercultuur is voornamenlijk terug te vinden in de landen die aan zee liggen vanaf Spanje tot in Denemarken. Vervoer van het zout zou met zich hebben meegebracht dat het aardewerk erop is aangepast. Het vervoer vond niet alleen over land plaats maar uit onderzoek is gebleken dat overzeese contacten ook een rol speelden in een actieve handel die de bewoners van de kuststroken tot een heersende klasse deden uitgroeien.
Uitgebreide contacten in verband met de handel leidden ook tot een technische inovatie die zichtbaar werd in de doorontwikkeling van vervoersmiddelen zoals de kar en de ploeg om het land te bewerken. Maar ook vervoer over water zoals kano's en boten. Er kwam een soort hervorming van het gereedschap dat eerder tijdens de trechterbekercultuur en de enkelgrafcultuur was ontwikkeld op gang. Naast het werk op het land in de boeren cultuur waren er ook nog altijd aktiviteiten op het gebied van de jacht. Een innovatie op het gebied van de jacht was de ontwikkeling van een polsbeschermer. Hierbij werd de terugslag van de spanriem opgevangen door een stenen, houten of benen polsbeschermer.
Polsbeschermers die gebruikt werden bij de jacht met pijl en boog. |
De klokbekercultuur ging eigenlijk geleidelijk over in de bronstijd. Aan het einde van de klokbekercultuur werden al bij het begraven van de doden gouden voorwerpen of bronzen pijlenpunten meegegeven. De grafrtuelen en gebruiken zoals die waren ontwikkeld in de enkelgrafcultuur bleven onveranderd en er werden ook in de periode van de klokbekercultuur nog steeds grafheuvels aangelegd.