Late Bronstijd
De periode tussen 3100 en 2800 jaar geleden wordt in Noord Nederland gerekend tot de late Bronstijd. Soms ontstaan verwarringen bij het classificeren van voorwerpen bij opgravingen omdat ook de late Bronstijd op sommige plaatsen ook binnen dezelfde tijds bepaling overgaat in de IJzertijd.
Net als bij andere overgangen kan er geen vaste lijn worden getrokken tussen het einde van de midden bronstijd en het begin van de late bronstijd. Veranderingen gingen gelijdelijk en wat vooral opvalt is de verandering in de wijze van begraven. Begraven van doden ging gelijdelijk over in crematie waarbij de resten van de crematies in een urn werden begraven. Het begraven van de urnen werd in een kuil met daaromheen een gegraven kring een kenmerk van de late Bronstijd. Op sommige plaatsen in Nederland en Duitsland zijn op terreinen honderden van die kringen met daarin een urn opgegraven. Deze urnenvelden cultuur is zeer kenmerkend voor de late Bronstijd en heeft aan het einde van deze periode overal ingang gevonden.
Sierraden en potten zijn kenmerkend voor de classificatie late Bronstijd. Een bronzen palet armband die enige jaren terug door een amateur-archeoloog werd gevonden in de gemeente Echt-Susteren is een prachtig voorbeeld van een sierraad uit de late Bronstijd en gedateerd is tussen 3000 en 2800 jaar geleden. Hoewel de algemene indruk is dat het om een armband gaat menen sommige onderzoekers dat het mogelijk een enkelband is en gedragen werd door een vrouw.
Kenmerkende werktuigen ontstaan in de late Bronstijd zoals bv het scheermes. Dit soort scheermesjes werden van brons gesmeed en raakten overal in gebruik getuige de vele vondsten van dit soort scheermesjes in de graven uit deze periode.
Foto van een bronzen scheermes uit een urnengraf
Arm- of enkelband.
Aardewerk ondergaat ook een verandering